Maximiliaan ging op reis naar India. Hij vertelt in de klas over zijn reis.
Wist je dat:
- Hij kamelen gezien heeft? (Enesa)
- Hij op een kameel gereden heeft? (Vanilsson – Dolkar)
- Je in India je pink niet mag uitsteken? Dat is net zoals wij onze middelvinger zouden tonen. (Nora - Eflin – Seraj - Asma)
- Er schorpioenen leven in India?
- Dat een kameel drie knieën heeft? (Gaston)
- In India slangen en jaguars leven? (Artem)
- Hij een armband gekregen heeft? (Binta)
- Hij een stelende aap gezien heeft? (Elias)
- Ze daar rijst eten met hun handen? (Odette)
- De jaguar er vrij rond loopt? (Britney)
- Er slangen leven met twee koppen? (Rayan - Sofia)
- Je kan rondrijden met een tuktuk? (Tille)
- Ik daar in een jeep heb rond gereden en een jaguar heb gezien? (Maximiliaan)
- Er slangen leven? (Leon)
- De man van de moskee ’s nachts twee keer luid roept? (Vejas)
- Als je het eten op de markt aanraakt, dit moet kopen? (Aldona)